(oud artikel 52 VEG)
1. Teneinde de vrijheid tot het verrichten van een bepaalde dienst te verwezenlijken, stellen het Europees Parlement en de Raad, volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité, richtlijnen vast.
2. De in lid 1 bedoelde richtlijnen hebben in het algemeen bij voorrang betrekking op de diensten welke rechtstreeks van invloed zijn op de productiekosten of waarvan de liberalisering bijdraagt tot het vergemakkelijken van het goederenverkeer.